Werkvorm 1: de vertelzak
De kinderen die het samenvatten van het verhaal nog lastig vonden, kregen een vertelzak met hierin voorwerpen uit het verhaal. Om de beurt pakten zij een voorwerp en vertelden waar in het verhaal het voorwerp voorkwam. Bijvoorbeeld de rode laarzen, wat herinneren de leerlingen zich van het verhaal?
Op deze manier oefenden de leerlingen verbinden, visualiseren, samenvatten en afleiden.
Werkvorm 2: de platenzak
Vooraf aan deze werkvorm had ik een aantal platen uit het prentenboek gekopieerd en in een katoenen zak gestopt. De leerlingen mochten, net als bij werkvorm 1, de platen om de beurt uit de zak halen en vertellen wat zij zich herinneren aan het verhaal. Daarna probeerden de leerlingen de platen op chronologische volgorde neer te leggen. En tot slot mochten ze met het prentenboek zelf nakijken of dit was gelukt.
Ook bij deze werkvorm oefenden de leerlingen verbinden, visualiseren, samenvatten en afleiden.
Werkvorm 3: de tekenhoepels
Er lagen 3 hoepels op een rij in de ruimte. In iedere hoepel ging één leerling staan. De kinderen kregen een potlood en papier, en tekenden allemaal een deel van het verhaal.
- De leerling in hoepel 1 tekende het begin van het verhaal
- De leerling in hoepel 2 tekende het midden van het verhaal (vaak het probleem)
- De leerling in hoepel 3 tekende het einde van het verhaal
Toen iedereen klaar was met tekenen, vertelden de leerlingen het verhaal opnieuw. De eerste leerling vertelde het begin, de tweede leerling het midden en de derde leerling vertelde over het einde van het verhaal. Een mooiere samenvatting kan bijna niet!
Door deze 3 werkvormen te gebruiken heeft iedereen op zijn eigen niveau geoefend met samenvatten. Daarmee hebben ze het prentenboek Eendje in de regen op een leuke manier verwerkt. Het leukste is dat deze werkvormen bij bijna elk prentenboek zijn toe te passen.