Home » Differentiëren tijdens begrijpend luisteren
Nienke van den Tweel geeft bijles begrijpend lezen. Op scholen adviseert ze leerkrachten en begeleidt ze leerlingen met een ontwikkelvoorsprong en Nederlands als tweede taal (NT2). In deze blog vertelt ze over hoe zij haar onderwijs afstemt.
Begrijpend luisteren, een favoriet onderdeel van mijn werk! Ik geef trainingen aan leerkrachten over begrijpend luisteren, maar ik mag gelukkig ook zelf leerlingen begeleiden waarbij begrijpend luisteren centraal staat.
Zo begeleid ik bijvoorbeeld een groepje leerlingen met NT2. In dit groepje liggen de niveaus ver uit elkaar: een leerling die pas net in Nederland woont tot een leerling die in zijn tweede levensjaar al naar Nederland is verhuisd.
In mijn begeleidingen pas ik vaak het GRRIM-model (Gradual Release Responsibility Instruction Model) toe. Door interactief te denken over de inhoud van de teksten, stimuleer je de ontwikkeling van het luisterbegrip van de kinderen.
Tijdens het begrijpend luisteren ben ik in de ‘’ik-fase’’ vooral hardop aan het denken:
Ook komt de ‘’wij-fase’’ tijdens het voorlezen aan bod. Op dat moment stel ik vragen aan de leerlingen:
Na het voorlezen gaan de leerlingen het verhaal verwerken met een activiteit. De activiteit stem ik af op het niveau van de leerlingen en daarvoor bedenk ik verschillende werkvormen waarmee zij hun leerdoel kunnen behalen.
Zo deed ik dat ook bij het prentenboek Eendje in de regen. Tijdens de ‘’ik-fase’’ en ‘’wij-fase’’ stelde ik vragen op verschillende niveaus vanuit de Taxonomie van Bloom.
Tip! Hierbij is de inspiratiekaart van PICA écht een must om te variëren in de vraagstellingen én het hardop denken (De Vries, 2015).
Daarna volgde de ‘’jullie-fase’’. Hier liep ik even vast. Hoe kan ik differentiëren in werkvormen? Het doel was dat de leerlingen gingen oefenen met samenvatten. Uiteindelijk bedacht ik 3 werkvormen, van makkelijk naar moeilijk:
De kinderen die het samenvatten van het verhaal nog lastig vonden, kregen een vertelzak met hierin voorwerpen uit het verhaal. Om de beurt pakten zij een voorwerp en vertelden waar in het verhaal het voorwerp voorkwam. Bijvoorbeeld de rode laarzen, wat herinneren de leerlingen zich van het verhaal?
Op deze manier oefenden de leerlingen verbinden, visualiseren, samenvatten en afleiden.
Vooraf aan deze werkvorm had ik een aantal platen uit het prentenboek gekopieerd en in een katoenen zak gestopt. De leerlingen mochten, net als bij werkvorm 1, de platen om de beurt uit de zak halen en vertellen wat zij zich herinneren aan het verhaal. Daarna probeerden de leerlingen de platen op chronologische volgorde neer te leggen. En tot slot mochten ze met het prentenboek zelf nakijken of dit was gelukt.
Ook bij deze werkvorm oefenden de leerlingen verbinden, visualiseren, samenvatten en afleiden.
Er lagen 3 hoepels op een rij in de ruimte. In iedere hoepel ging één leerling staan. De kinderen kregen een potlood en papier, en tekenden allemaal een deel van het verhaal.
Toen iedereen klaar was met tekenen, vertelden de leerlingen het verhaal opnieuw. De eerste leerling vertelde het begin, de tweede leerling het midden en de derde leerling vertelde over het einde van het verhaal. Een mooiere samenvatting kan bijna niet!
Door deze 3 werkvormen te gebruiken heeft iedereen op zijn eigen niveau geoefend met samenvatten. Daarmee hebben ze het prentenboek Eendje in de regen op een leuke manier verwerkt. Het leukste is dat deze werkvormen bij bijna elk prentenboek zijn toe te passen.
Tip! Zoek je toch iets anders? Ik haal dan vaak mijn inspiratie uit de Werkmap Begrijpend luisteren en woordenschat (Bouwman, Van de Mortel, Maas & De Wit, 2015). Hierin staan ontzettend veel leuke werkvormen!
Mochten jullie nog vragen hebben, willen sparren of meer kennis op willen doen over het inzetten van materiaal tijdens diverse lessen. Bijzonder Jij biedt trainingen, bijlessen en coaching aan scholen, ouders en kinderen. Lees hier meer informatie over de ondersteuning die Bijzonder Jij biedt.